KOLONIALE WANDELING KOUDUM

De zee en het land roept

Deze wandeling voert langs een zeeheld die nu te boek staat als koloniale veroveraar, een welbespraakte predikant die zich aansloot bij de NSB en een vooraanstaand lid werd van deze organisatie en kapiteins van de koopvaardij die de wereldzeeën bevoeren. De NSB-er deed Indië aan om het gedachtengoed van de NSB aan de man te brengen. De koopvaardij kapiteins voeren op Zuid-Afrika en Japan. Een van hen bouwde een handelsimperium op in Japan en bezat ook een koffieplantage op Oost -Java.

Lengte wandeling:
9 km
Start- en eindpunt:
Martini kerk
Parkeerplaats:
Martini kerk

Horeca:
Diverse in Koudum

Ook geschikt voor andere GPX apparaten

De route

Martini kerk Koudum

1. Kom je met openbaar vervoer, neem dan op station Workum bus 544 (een keer in het uur) naar bushalte centrum in Koudum, vlakbij de Martini kerk. Op nummer 2 van de Smitsweg staat de Hervormde Martini kerk uit 1857 gebouwd op de fundamenten van een vroegere kerk in de 17de eeuw. Gerrit van Duyl (1888-1952) geboren in Koudum zal gedoopt zijn in deze kerk. Hij studeerde theologie in Utrecht en werd later predikant. Heeft niet in Koudum gestaan.

Jacb Binckesstraat in Koudum

2. Loop vanaf de ingang van de kerk linksom naar de Jacob Binckesstraat. Jacob Binckes (1637-1677) werd geboren in Koudum en stierf ver van huis in Tobago. Hij was zeeofficier in dienst van de Admiraliteit van Amsterdam. Hij heeft twee missies in West-Indië in dienst van de Admiraliteit geleid en in meerdere zeeslagen gevochten.

  1. Sla aan het eind van de Jacobs Binckesstraat rechts af en vervolgens linksaf de Tjalke van der Wal straat inlopen. Hier staat even verderop rechts de bushalte waar bus 544 ook stopt. Sla de eerste weg rechts in de Dammenseweg. Loop deze weg helemaal uit, loop onder een brug door, loop verder tot je bij De Kuilart aankomt. Vanaf de Kuilart linksaf de Galamadammen op lopen. We bevinden ons nu op het Poelspaed, een wandelroute rond Koudum.
  1. Bij de T- splitsing rechts door het tunneltje onder de weg doorlopen. Loop rechtdoor het Poelspaed op (fietspad en Wknp 90 ) en volg dit pad langs de Morra en het Jan Broerskanaal. Na ongeveer 2,5 kilometer rechtsaf Trochgeanspaed (Wknp 91). Dit pad komt uit op de Kerkhoflaan. Links van deze laan ligt de Algemene Begraafplaats van Koudum.

  1. De vader van Willem Pilgrom Dirk de Wolff van Westerrode (1857-1904) was geneesheer in Koudum. Willem vertrok in 1878 naar Nederlands-Indië. Hij zette volkscredietbanken op Java op. Hij stierf in Weltevreden op Java en is daar ook begraven.
  1. Sla na de begraafplaats linksaf Wjukslach (Wknp 92) in en loop door tot de Molenbuurt. Linksaf staat de Korenmolen De Vlijt. Leuk om even te kijken. Of sla rechtsaf de Molenbuurt in. Loop via de Snakke naar de Zwarteweg.

Murk Lelszpad

7. Sla linksaf en neem de eerste straat rechts, Stationsweg. Aan de Stationsweg tussen nummer 2 tot en met 4 bevindt zich het Murk Lelszpad vernoemd naar de familie Murk Lelsz. Sla dit pad in. Op nummer 2 verschijnt links het herbouwde huis van schipper en zeekapitein Murk Lelsz (1749-1843).

  1. Murk Lels (1823-1898) zijn kleinzoon schopte het nog verder en behoort tot een van de eersten die handel wisten te drijven met Japan.
  1. Loop door naar de Hoofdstraat. Sla rechtsaf en loop weer terug naar de Martini kerk. Einde van deze koloniale wandeling.

Gerrit van Duyl


Gerrit van Duyl(1888-1952)

Gerrit van Duyl werd geboren in Koudum en ging na zijn middelbare schooltijd theologie studeren in Utrecht. Hij was een vrijzinnig-Hervormde en welbespraakte predikant. In 1933 werd hij lid van de Nationaal Socialistische Beweging (NSB) van Anton Mussert. Binnen de NSB vervulde hij in de jaren 1933-1937 de functie van hoofd van de afdeling Vorming. Hij was verantwoordelijk was voor de politieke vorming van de NSB-leden. Ook was hij gedurende 1936-1937 redacteur van het NSB-tijdschrift Vorming, later omgedoopt tot Ontwakend volk. Hij werd algemeen erkend als de beste spreker van de NSB. Zijn redevoeringen werden gekenmerkt door krachtdadige taal. In 1935 werd hij tot een boete van f 100 veroordeeld (circa € 850,00 nu) wegens belediging van het openbare gezag. Van Duyl vatte zijn taak als Vormingsleider hoog op en waakte over de ideologische zuiverheid van de NSB. In 1936 maakte Van Duyl namens de NSB een reis naar Nederlands-Indië waar hij de partijboodschap uitdroeg op bijeenkomsten. De organisatie hiervan was in handen van NSB-bestuurder luitenant-kolonel in het KNIL Jan Hogewind. Op 2 november 1937 werd Van Duyl lid van de Eerste Kamer. Hij had al aangegeven dit niet te willen, maar destijds kon niet van zitting worden afgezien. Direct na zijn installatie nam hij ontslag. Van Duyl probeerde het gezag van Mussert te ondermijnen. Hij was het niet eens met Musserts halfslachtige houding ten aanzien van het antisemitisme. De controverse tussen beiden kwam tot een climax naar aanleiding van de voor de NSB rampzalig verlopen Tweede Kamerverkiezingen van 1937. Het stemmenpercentage van twee jaar eerder bleek na het tellen van de stemmen gehalveerd. Van Duyl en zijn aanhangers aarzelden niet Mussert de verantwoordelijkheid voor het slechte resultaat in de schoenen te schuiven. In diep geheim werd een plan gesmeed Mussert voor enkele maanden naar Zwitserland te sturen en hem vervolgens af te zetten. Mussert kreeg echter lucht van het complot. Hij reageerde effectief: Van Duyl en diens volgelingen werden gedwongen de NSB te verlaten. Na de Duitse inval was Van Duyl onder meer lid van de NSNAP-van Van Rappard en trad hij op als spreker voor deze groepering totdat Van Rappard zijn NSNAP op 27 september 1941 ophief. Van Duyl was verder begunstigend lid van de Germaanse SS in Nederland. Ook voor deze club trad hij op als spreker. Gedurende de bezettingsjaren bleek Van Duyl een aanhanger te zijn voor de Groot-Germaanse gedachte en de rassenleer. Over wat zijn gemeente, de Vrijzinnig Religieuze Gemeenschap in Hilversum, ervan vond dat hun voorganger zich ontpopte tot een actief NSB-lid, hebben we een indicatie. Een deel van het bestuur bedankte in 1934 omdat ze de beide functies van Van Duyl onverenigbaar achtte. Het was niet de dominee die moest aftreden, maar bestuursleden die vertrokken. In juni 1939 verliet Van Duyl Hilversum. Hij vervolgde zijn loopbaan als voorganger van de vrijzinnige gemeenschap in Ooster- en Westerblokker en Schellinkhout. Het is verbazingwekkend dat voor deze gemeente zijn turbulente privéleven en zijn politieke handel en wandel geen beletsel bleken te vormen om hem te beroepen. In augustus van dat jaar vertrok hij met zijn tweede vrouw naar Duitsland. In mei ’46 werd hij in Nederland gearresteerd en in april 1948 door het Bijzonder Gerechtshof in Amsterdam veroordeeld tot tien jaar gevangenisstraf met aftrek van voorarrest. In 1951 werd hij op vrije voeten gesteld.

Jacob Binckes


Jacob Binckes (1637-1677)

Over Jacob Binckes is weinig bekend en hoe hij op een oorlogsvloot terechtkwam is nog steeds een mysterie. Hoewel hij geen hoofdofficiersrang had, werd hij toch drie keer uitgezonden als leider van belangrijke missies. Het boek Verzwegen zeeheld van Jan de Vries werpt nieuw licht op het belangrijkste wapenfeit van Jacob Binckes: de herovering van Nieuw-Nederland in 1673. Hij kan gezien worden als de laatste vertegenwoordiger van de agressieve Nederlandse zeemacht uit de zeventiende eeuw. Jacob Binckes groeide op als jongste van zeven in een zeemansgezin in het Friese Koudum. Als jongen ging hij al mee naar zee en vanaf zijn negentiende tot zijn zevenentwintigste jaar was hij koopvaardijschipper. Zijn keuze voor de admiraliteit van Amsterdam was geen toeval. Binckes was daar zeker niet de enige officier uit de schippersgemeenschap van de Friese Zuidwesthoek. Opvallend snel viel zijn benoeming tot kapitein-ter-zee. In 1676 vertrok Binckes met een eskader voor een veroveringsexpeditie naar het Caribisch gebied. Cayenne was het eerste doelwit ter versterking van de Nederlandse koloniën Berbice, Essequibo en Suriname. Het Franse fort van Cayenne werd snel ingenomen, evenals veertien suikerplantages en zo’n 150 kleine plantages waar door honderden slaafgemaakten verfstoffen gemaakt en katoen en gember verbouwd werden. Hij trok daarna verder voor een plundertocht langs de Franse koloniën. De buit op het eilandje Marie-Galante bestond uit 130.000 pond suiker, de ketels en rollen van veertien suikermolens en 600 slaafgemaakten. De suikerrietvelden werden platgebrand en het paradijselijke eilandje veranderde in een rokende puinhoop. Daarna was het eiland Sint-Maarten aan de beurt. Alle bezittingen werden geconfisqueerd, alle huizen werden afgebrand en zo’n 100 slaafgemaakten meegevoerd. Vandaar ging het in 1677 naar het eiland Tobago. Dat overleefde Jacob Binckes niet. Hij sneuvelde bij de herovering van dit eiland op de Fransen. In Koudum zijn geboortedorp is een straat naar hem vernoemd.

Familie graf Wolff van Westerrode in Weltevreden, Indonesië


Willem Pilgrom Dirk de Wolff van Westerrode (1857-1904)

Willem Pilgrom Dirk de Wolff van Westerrode werd in Koudum geboren als zoon van Dr. Reinier Christoffel Willem de Wolff van Westerrode, geneesheer te Koudum en Maria Rosina Meinsma. Na zijn studie werd hij in 1878 uitgezonden naar Ned.-Indië als ambtenaar ter beschikking en na enkele tijdelijke baantjes werd hij in 1887 benoemd tot secretaris van de residentie Probolingo. Een jaar daarna vroeg hij verlof aan om van een ziekte te herstellen. In Mei 1892 werd hij benoemd tot secretaris van de residentie Pekalongan, maar reeds binnen een jaar moest hij wegens ziekte deze functie opgeven. In Maart 1896 werd hij tot assistent-resident van Poerwokerto benoemd. Zijn ambtsvoorganger Sieburgh had een paar maanden voor zijn vertrek een hulp- en spaarbank opgericht met het speciale doel inlandsche ambtenaren en hoofden uit de handen van woekeraars te houden. Deze bank werd nu door de Wolff van Westerrode gereorganiseerd en kreeg de naam van Poerwokertosche spaarhulp- en landbouwcredietbank. Een artikel van zijn hand in het Tijdschr. voor Nijverheid en Landbouw in Ned.-Indië (dl. 56, 1898, blz. 35, 68, 188), getiteld Eene credietinstelling voor inlanders, waarin de werking van deze bank uitvoerig wordt beschreven, trok zeer de aandacht en bezorgde hem van regeringswege een opdracht in 1900 tot het instellen van een onderzoek wat er met de oprichting van landbouwkredietbanken zou kunnen worden gedaan. In 1882 huwde hij te Tjilatjap met Therese Adolphine du Perron. Hij stierf in Weltevreden, Batavia en werd daar ook begraven. De grafsteen op zijn graf is nog bewaard gebleven.

Kroniek van de familie Murk Lelsz


Murk Lelsz (1749-1843)

Murk Lelsz Hof(f)man, schipper en zeekapitein geboren in Koudum was een eenvoudige schipper. Murks schoonmoeder Jel Rienks was via haar moeder Tjertke Folkerts verwant aan grootschippers uit Koudum die geparenteerd waren aan de 17de-eeuwse familie Binckes. Murk was in 1811, noodgedwongen door oorlogen, al jaren aan de wal en gedoemd om in zijn hof te werken in plaats van te varen, zoals hij in een van zijn brieven schreef. De naam Hoffman die Murk ook gebruikte kan ook gekozen zijn omdat deze voorkomt in de familie van Murks vrouw Berber. Haar grootmoeder Frisk Jeltesdr Hoffman, is een achterkleindochter van de zeventiende-eeuwse Koudumer schoolmeester Balthasar Laurens Hoffman (overleden in 1666), wiens naam voorkomt op het gedenkbord uit 1586 in de Martinikerk. Naar Murk Lelsz is in Koudum een pad genoemd: het Murk Lelszpad. Aan dit pad staat op nr. 2 een replica van de 17de eeuwse commandeurswoning. Maar het verhaal wil dat Murk Lelsz hier niet heeft gewoond. Hij woonde in Litj Weste, oftewel Klein Weste aan de Molenbuurt met zijn gezin. Hij erfde dat huis van zijn schoonvader Bauke Sipkes. Murk Lelsz werd 94 jaar oud. Hij voerde jarenlang processen over schade die hij had geleden door de Engelsen die hem gevangen namen en zijn schip ‘De Snelle Lastdrager’ aan de ketting legden in Kaap de Goede Hoop.

Gevelsteen familie Murk Lelsz


Murk Lels (1823-1898)

Hessel Murk Lels (1793-1841) een zoon van Murk Lelsz Hof(f)man was gezagvoerder bij de koopvaardij. Hij was de eerste van de familie die naar het westen van het land trok. Hij vestigde zich in Amsterdam, terwijl zijn zoon Murk ‘Het Huis te Kinderdijk’ in Alblasserdam ging bewonen. Deze Murk Lels (1823-1898) was een invloedrijk en vermogend man, één van de oprichters van de machinefabriek Diepeveen, Lels en Smit te Kinderdijk. Hij had in 1869 negen grote zeilschepen varen en bezat met anderen een handelsmaatschappij te Kanagawa in Yokohama (Japan) en een koffieplantage in Bendo op Oost-Java. De Conventie van Kanagawa, ook wel bekend als het Kanagawa-verdrag , was een verdrag dat op 31 maart 1854 werd afgesloten tussen commodore Matthew C. Perry van de U.S. Navy en het Japanse Keizerrijk. Het verdrag maakte dat de Japanse havens van Shimoda en Hakodate voortaan open zouden worden gesteld. Bovendien was hij door zijn huwelijk met Ottolina Smit mede-eigenaar van L. Smit & Co’s Sleepdienst. Hij overleed in Den Haag in 1898 , 67 jaar oud.


Bronnen

https://www.langsdeluts.nl/persoonsgegevens/Koornstra%20Rinze%20Hiddes%201814.html
https://www.parlement.com/id/vg09ll05tyws/g_van_duyl
www.dbnl.org/tekst/molh003nieu04_01/molh003nieu04_01_2114.php
https://www.dbnl.org/tekst/molh003nieu04_01/molh003nieu04_01_2114.php
[Wolff van Westerrode, Willem Pilgrom Dirk de], Nieuw … – DBNL
https://nl.wikipedia.org/wiki/Gerrit_van_Duyl
https://www.remonstranten.nl/adrem/jaargang-2017/mei-2017/gerrit-duyl-vrijzinnig-dominee-en-lid-nsb/
https://historisch.koudum.nl/index.php/familiealbums/familiealbums-k-l/murk-lelsz
https://www.scheepsbouw-alblasserdam.nl/genealogie-lels.html
Babara Henkes, Sporen van het slavernijverleden in Fryslân 2021
Jan de Vries, Verzwegen zeeheld Jacob Binckes (1673-1677) en zijn wereld (2018)
Dorine Verheyden-Lels, Tineke de Bruin Lelsz, Des Hemels Zegen. Scheepsbrieven van Murk Lelsz 1803-1819 (2004)
M. de Rooij, Murk Lels 1894-1982