KOLONIALE WANDELING WAGENINGEN

Een stad gebouwd op Indisch fortuin

Een burgemeester die een fabelachtig rijke dochter en kleindochter van een gouverneur-generaal in Nederlands-Indië trouwde, een Britse industrieel die de steenfabriek in de uiterwaarden van de Rijn oprichtte, een planter in West-Java en erfgenaam van de steenfabriek, die het Bowlespark financierde, een weldoener rijk geworden in de tabak op Java die een villa op de Wageningse berg liet bouwen, een KNIL officier die het huis Sanoer, zijn naam bezorgde, en tot slot een koloniaal bestuursambtenaar die studeerde aan de Rijkslandbouwschool en conservator van het Tropenmuseum in Amsterdam werd. Dit zijn de mensen die de stad Wageningen verbinden met het koloniale verleden van Nederland in de Oost. Inwoners van Wageningen bezaten ook plantages in Suriname. Heel weinig is er nog zichtbaar aanwezig van waar ze ooit hebben geleefd en gewoond, maar de verhalen over hoe zij de stad Wageningen hebben opgebouwd met Indisch kapitaal waren nog deels te achterhalen. Deze koloniale wandeling voert eerst door de stad, daarna langs de uiterwaarden en het buitengebied van Wageningen.

Lengte wandeling:
15 km
Start- en eindpunt:
Busstation Wageningen
Parkeerplaats:
in de stad

Horeca:
diverse in de stad
in Aboretum Belmonte

Ook geschikt voor andere GPX apparaten

De route

  1. Ga met je rug naar het busstation staan en sla linksaf en loop tot het kruispunt. Voor het kruispunt, rechtsaf de weg oversteken op de voetgangersoversteekplaats bij de verkeerslichten. Loop rechtdoor de Bevrijdingsstraat in. Op de hoek Bevrijdingsstraat/5 mei Plein ligt links van je Hotel de Wereld. Tijd voor een kopje koffie.
  1. Na het bezoek aan Hotel de Wereld rechtsaf de Bergstraat inlopen tot de winkel Eikendal optiek, hier linksaf en rechtsaanhoudend, voorbij winkel De Wikkel, de Herenstraat inlopen. De grote panden in deze straat werden in de 18de eeuw gebouwd door Lubbert Adolph Torck (1698 -1758) met het Indisch fortuin van zijn vrouw.
  1. Even verderop in de Herenstraat tref je aan je linkerhand de Bassecour In 1743 werd de `Bassecour’, door de Torcks gebouwd voor mensen met geld zoals oud- kolonialen: officieren en andere lieden die fortuin hadden gemaakt in Oost-Indië en de West.
  1. Het middendeel van de Bassecour bood vanaf 1876 onderdak aan de Rijks Landbouwschool. Hier studeerde onder anderen Gerard Louwrens Tichelman.
  1. Loop verder de Herenstraat in. Sla linksaf bij het Bowlespark. Aan je linkerhand zie je al snel het Museum de Casteelse Poort liggen op het voormalig terrein van het Kasteel van Wageningen. Het museum is geopend van april tot en met oktober van dinsdag tot en met zaterdag van 11.00 tot 17.00 uur en van november tot en met maart van 12.00 tot 16.00 uur. Het topstuk in het museum is de Bijbel van Torck, een statenbijbel uitgegeven in 1716 door drukker Pieter Keur uit Dordrecht.
  1. De woonbuurt Bowlespark werd aan het einde van de negentiende eeuw gebouwd met kapitaal van Johannes Stefanus Bowles (1844-1929) eigenaar van een suikerplantage op West-Java en erfgenaam van de steenfabriek in de uiterwaarden van de Rijn. De herenhuizen die toen gebouwd werden, staan er grotendeels nog en zijn nu beschermd als gemeentelijk monument. Loop rechtdoor naar het Spijk. Links zie je een gevelsteen van Torck (1687-1758). De brug oversteken en vervolgens direct rechtsaf het fietspad langs het Spijk inslaan.
  1. Bij de Grebbedijk linksaf slaan en via de Veerweg doorlopen tot je bij nummer 81 bent en daar het Bergpad aan je linker hand neemt. Neem hier de lange trap omhoog. Hoog boven je zie je Aboretum Belmonte liggen. Deze Wageningse Bergtuin maakt deel uit van de Wageningse Universiteit en is vrij toegankelijk voor het publiek. Sla eenmaal boven rechtsaf en blijft dit pad volgen dat uitkomt op een asfeltweg. De weg oversteken en aan de overkant opnieuw het Bergpad en de trap omhoog nemen. Houdt eenmaal boven links aan.
  1. Loop rechtdoor en volg het klompenpad. Sla linksaf (verlaat het klompenpad) op een driesprong. Op de T-splitsing die uitkomt op een klinkerweg , de weg oversteken en pad scherp naar rechts, afgebakend met houten toegang, inlopen. Op de eerst volgende viersprong rechtdoor. Op de volgende viersprong rechtsaf en daarna linksaf. Op de volgende viersprong rechts. Je passeert een sculptuur van een tulp dat ontluikend leven voorstelt. Volg hier weer het lichtpaars aangegeven klompenpad met een bocht naar rechts naar een van de mooie plekken in Nederland. Van hier heb je een prachtig uitzicht over de uiterwaarden van de Rijn.
  1. Met de bocht naar links kom je weer op het klompenpad. Aan het eind naar rechts. Bij een grote boom uit ZO-Noord- Amerika linksaf, je loopt links langs rododendrons struiken, een wandelpad in. Dit pad blijven volgen (alle zijpaden negeren) aan het eind met een bocht naar links langs horeca. Loop vandaar naar de uitgang. Hier linksaf de Generaal Foulkesweg inlopen. Een eind verderop bij nummer 64 zie je aan je linkerhand een gele villa waar Museum Depot met beeldengalerij is gevestigd. De eerste steen van dit gebouw werd in 1855 gelegd door de negenjarige Cornelis Vreede.
  1. Na een eventueel bezoek aan de beeldengalerij de Generaal Foulkesweg oversteken naar het Aborteum/Pinetum De Dreijen. Deze tuin kun je alleen rondlopen. Er is geen achteruitgang. Bij de uitgang rechtsaf de Generaal Foulkesweg inlopen en doorlopen tot de Aboretumlaan. Hier weer rechts. Aan je rechterhand op nummer 24 tref je nog een depot aan, Depot Herbarium Vadensis. Je komt uit op het Ritzema Bospad, de weg oversteken, rechtsaf slaan en doorlopen tot de Diedenweg. Hier linksaf en 100 meter doorlopen tot je rechts de Dorskampweg in kunt lopen.
  1. De Dorskampweg uitlopen tot de Geertjesweg. Hier rechtsaf slaan richting restaurant Nol in ’t Bos. Verderop ligt links de Buitenplaats villa Sanoer (Geertjesweg 55). Deze buitenplaats dankt zijn naam aan een vissersdorpje op het eiland Bali. Loop de tuin in naar de fontein. Neem het pad links en loop de tuin rond tot je weer bij de uitgang bent. Linksaf de Geertjesweg op en sla vervolgens het tweede bospad rechts in met het bordje opengesteld De Dorschkamp. Je passeert driemaal een viersprong en loopt door tot een T-splitsing. Hier rechtsaf en meteen daarna linksaf slaan. Je bent nu in het gebied Oranje Nassau oord. Vervolgens weer links afslaan en dan weer rechts. Nog een keer links en dan weer rechts en loop met de bocht naar links naar de asfaltweg, de Ritzema Bosweg.
  1. Deze gevaarlijke weg oversteken bij de vluchtheuvel en rechtdoor lopen de Oranjelaan in. Na 75 meter linksaf slaan en op T-splitsing rechtsaf het Bergpad oplopen. Blijf steeds bovenlangs lopen tot voorbij de Veerdam en neem vervolgens de trap naar beneden. Hier rechtsaf slaan de Veerweg inlopen. Bij Y-splitsing links de Veerweg aanhouden.
  1. Neem het tweede pad links, Aan de Rijn. Blijf dit pad volgen met een bocht naar rechts. Het pad voert langs de oude, prachtig gerestaureerde steenfabriek, De Bovenste Polder, van de familie Bowles. Er huist nu een kunstenaars collectief in. Na de steenfabriek rechtdoor een wandelpad inlopen. Sla vervolgens het eerste wandelpad rechts in (wit wandelmannetje op bruine achtergrond) Volg dit pad, over een hoge brug tot je bij een afgesloten rustgebied met hek komt. Hier linksaf slaan richting de Grebbedijk. De Grebbedijk oversteken en het Spijk inlopen. Langs het hele het Spijk blijven lopen en aan het eind linksaf de Bergstraat in en meteen daarna weer rechtsaf de Bevrijdingsstraat in die uitkomt op de Churchillweg. Links van je zie je het busstation liggen. Einde van deze koloniale wandeling.

Hotel de Wereld


Hotel de Wereld

Op 5 mei 1945 koos generaal Charles Foulkes namens de geallieerden Hotel de Wereld uit voor de onderhandelingen met de Duitse generaal Johannes Blaskowitz over de overgave van de Duitse bezetter in Nederland. Foulkes zou voor deze plaats hebben gekozen wegens de ligging van Wageningen aan het toenmalige front, de afwezigheid van burgers die waren geëvacueerd en de symboliek van de naam “De Wereld”. Prins Bernhard was bij de onderhandelingen aanwezig. In het hotel is de capitulatiezaal te bezichtigen als er geen andere activiteit plaatsvindt.

 

Torck

Lubbert Adolph Torck


Lubbert Adolph Torck

Lubbert Adolph Torck (1698 -1758) was een vooraanstaand regent in zijn tijd en jarenlang burgemeester van Wageningen, ridder en lid van de Admiraliteit van Amsterdam (1717-1744), tevens lid van de Raad van State (1741-1746). In Amsterdam leerde hij zijn vrouw Petronella van Hoorn (1698-1764) kennen. Zij was de dochter van Joan van Hoorn en een kleindochter van Willem van Outhoorn, die beiden gouverneur-generaal van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) waren geweest. De VOC (1602-1795) was een grote Nederlandse onderneming die handel dreef op Azië. Hoofdstad van het VOC-imperium in Azië was Batavia, het tegenwoordige Jakarta. Daar zetelde de gouverneur-generaal als hoogste baas en in die stad was Petronella van Hoorn ook geboren. Petronella was de weduwe van Jan Trip de Jonge, secretaris van de stad Amsterdam, en erfgename van een fabelachtig fortuin van meer dan een miljoen gulden (vergelijkbaar met dertig miljoen hedendaagse euro’s). De Trip familie was rijk geworden in de wapenhandel en had eveneens banden met de VOC en de West-Indische Compagnie(WIC). Aan de Achterstraat, zoals de Herenstraat toen nog heette, bouwden de Torcks met het kapitaal van Petronella tussen 1738 en 1744 drie huizenblokken met elf herenhuizen: één in 1738 direct aan de straat – de `Rosendaelse huizen’ – een blok van twee huizen aan de Kromme Hoek en in 1742 – , later ‘Huize Torck’ genoemd door de studentenvereniging die daar onderdak had gevonden.

 

 

 

Bassecour

 


Bassecour

De huizen in de Herenstraat werden onder anderen verhuurd aan gepensioneerde officieren van de Verenigde Oost-Indische Compagnie die in Azië hun fortuin hadden gemaakt en plantage eigenaren uit Suriname. Van de officieren is verder niets bekend. Van de plantage eigenaren weten we wat meer. Zo was de predikant Johannes Phaff (1705-1762), door vererving via zijn echtgenoten waarvan er drie vroeg overleden, in het bezit gekomen van vier plantages in Suriname waaronder de plantage Zorgvliet. Zelf kwam hij als zendeling uitgezonden door de Lutherse gemeente in Amsterdam in Suriname terecht. Op de plantages van de familie Phaff werkten slaafgemaakten. Zijn zoon Johannes Emilius Phaff (1751-1823), militair en miniatuurschilder, vestigde zich met zijn vrouw in Wageningen. Zij woonden een tijdje in een van de huizen bij de Bassecour. Toen in 1863 de slavernij werd afgeschaft werd de plantage Zorgvliet over 15 aandeelhouders verdeeld. Zij werden allen financieel gecompenseerd voor het verlies van menselijk bezit. In de Bassecour woonde ook de predikant en plantage eigenaar Conrad Schwiers (1752-1828) met zijn vrouw. De jonge slaaf Andries Lau, die ze meegenomen hadden van het eiland Berbice, woonde bij hen in. In 1823 verklaarde de familie Schwiers hem per notariële acte tot ‘vrij mensch’. De familie Schwiers bezat vier appartementen in de Bassecour. Iets bijzonders voor die tijd dat deze familie er in woonde, was de aanleg van een riool onder deze huizen. Delen daarvan werden bij de verbouwing teruggevonden. Een van de complexen aan de Herenstraat, de Bassecour, bood vanaf 1876 onderdak aan de Rijkslandbouwschool.

Gerard Louwrens Tichelman met zijn vrouw


Gerard Louwrens Tichelman

Gerard Louwrens Tichelman geboren in Palembang (Zuid-Sumatra) in 1893, studeerde tropische landbouw aan de Rijkslandbouwschool in Wageningen. Tichelman werkte van 1913 tot 1916 op een plantage in Nederlands-Indië. Daarna maakte hij carrière als bestuursambtenaar op de Molukken, op Borneo en in Sumatra. In 1938 verhuisde hij naar Nederland. In Amsterdam vond hij een baan bij het Koloniaal Instituut, later het Koninklijk Instituut voor de Tropen (KIT) genoemd. Tichelman was acht jaar lang  conservator van het Tropenmuseum. Hij zou tot aan zijn pensioen in 1958 werkzaam blijven bij het Tropeninstituut, onderdeel van het KIT. Tichelman schreef een enorm oeuvre aan artikelen en boeken bij elkaar en publiceerde in zowel Nederlandse als buitenlandse vakbladen. Zijn onderwerpen varieerden van de toekomstproblemen van de jonge republiek Indonesië, de bestuurlijke indeling van Nederlands-Nieuw-Guinea tot de magisch geladen priesterattributen bij de Batak, prehistorische rotsgangen en oude volksverhalen uit Atjeh. Hij overleed in Haarlem in 1962.

Bijbel van Torck


Bijbel van Torck

In het museum De Casteelse Poort, is de Bijbel van Torck, een statenbijbel uitgegeven in 1716 door drukker Pieter Keur uit Dordrecht, te zien. Op de plek van het voormalige kasteel van Wageningen is nu het museum gevestigd in Villa Vada. Het kasteel werd in de 16de eeuw in fasen gebouwd door hertog Karel van Egmond en lag binnen de vesting. De fundamenten van drie torens en een deel van de buitenmuur zijn nog te bezichtigen. In 1702 werd het kasteel door de Staten van Gelderland verkocht aan Anna Maria Ripperda, weduwe van drost Assueer Torck, moeder van de al eerder genoemde Lubbert Adolph Torck. De familie Torck verbouwde het kasteel tot een klein stadspaleis met een barokke tuinaanleg. Torck was politiek actief in Den Haag en liet als burgemeester van Wageningen verschillende publieke werken uitvoeren zoals het aanleggen van de stadsverlichting en et vervangen van de houten pompen bij de waterputten door hardstenen pompen. De Torcks woonden als ze in Wageningen waren in een van de herenhuizen aan de latere Herenstraat, op de hoek van de Kasteelse Gang, waar sinds 1917 het studentenhuis H6 in is gevestigd.

 

Johannes Stefanus Bowles

 


Johannes Stefanus Bowles

De Britse grootvader van Johannes Stephanus Bowles (1844-1929) was Robert Bowles (1744-1812), luitenant in de British East India Company (EIC), de Britse Oost-Indische Compagnie (1600-1874). Deze onderneming concentreerde zich op de handel in India. Bowles sr. was commandant van de EIC-troepen in Kerala (zuidwest-India) en was in 1795 betrokken bij de overdracht van de Nederlandse VOC-forten aan de Britten. Hij bracht het tot generaal-majoor en keerde in 1801 terug naar Engeland. In 1812 trouwde hij met zijn jonge huishoudster die hem negen maanden na zijn onverwachte dood nog een zoon schonk, Robert Bowles (1813-1880). Deze Robert vestigde zich in 1841 samen met zijn vrouw in Wageningen en werd in 1852 officieel Nederlander. Hij richtte de steenfabriek, De Bovenste Polder op, gelegen in de uiterwaarden van de Rijn. Hun oudste zoon Robertus Petrus Bowles (1835-1897) meldde zich bij het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger, het KNIL. Dit koloniale leger breidde in de loop van de 19e eeuw gestaag het Nederlandse gezag uit over de eilanden van de Indonesische archipel. Robertus Bowles nam in 1866 deel aan de expeditie ter verovering van de Pasoemahlanden in Zuidwest-Sumatra. Daarna werd hij in Barabei in Zuidoost-Borneo gestationeerd. Hij trouwde met een Indo-Europese vrouw en vertrok naar Europa toen zij ziek werd. Zij stierf in 1882 in Wiesbaden. Robert vestigde zich daarop in Wageningen. Zijn broer Johannes Stephanus had na de dood van hun vader in 1880 de steenfabriek geërfd. Zodra zijn oudste broer terug was nam deze het beheer van de steenfabriek op zich. Hij maakte ook de plannen voor het Bowlespark rond het Kasteel van Wageningen die grotendeels gefinancierd werden door zijn jongste broer. Johannes Stephanus zelf was al jong naar Nederlands-Indië vertrokken waar hij mede-eigenaar was van de suikerplantage Kadhipaten vlakbij Majelengka in West-Java. Hij trouwde een dochter van een KNIL-kapitein. De vijf kinderen uit dit huwelijk werden allen in Nederlands-Indië geboren en bleven daar wonen. In 1885 vestigde Johannes Stephanus zich weer in Wageningen en ging in de herenwoning wonen die gebouwd was op de fundamenten van het voormalige poortgebouw van het kasteel. Ondertussen verkocht hij de steenfabriek en in 1904 ook het terrein waar het kasteel had gestaan. Het zuidelijk kasteel terrein werd door de Bowles verkaveld in bouwpercelen, waarop de herenhuizen van het Bowlespark zijn gebouwd. Johannes Stephanus zelf vertrok weer naar Nederlands-Indië waar hij hoofdadministrateur werd van de Pamanukan en Cassem landen op Java. Hij stierf in 1929 in Brussel.

 

Aboretum Belmonte

 


Arboretum Belmonte

Het landgoed Belmonte werd eind achttiende eeuw gesticht door Thierry Juste, baron de Constant Rebecque de Villars. Deze familie behoorde tot de Nederlandse adel en heeft geen enkele band met een van Nederlandse koloniën. De baron bouwde rond 1845 een pompeuze villa in Italiaanse stijl op het hoogste punt van Belmonte. Zijn schoonvader kocht stukken grond rond de villa op en zo werd het een landgoed van 17 hectaren groot. Jarenlang bewoonden baronnen en baronessen het huis, tot het in 1936 in het bezit kwam van de Stichting Het Gelders Landschap. Helaas werd villa Belmonte aan het eind van de Tweede Wereldoorlog verwoest. Wageningen UR (toen nog de Landbouwuniversiteit) kocht in 1951 het landgoed van de stichting voor een klein bedrag om haar botanische tuin De Dreijen uit te kunnen breiden.

 

Voormalige villa Ngladjoe waarin nu het Depot gevestigd is

 


Dirk Vreede

Dirk Vreede was de zoon van Cornelis Vreede(1791-1858) en Dorothea Beatrix Diderica Bouman(1794-1851). Cornelis was lakenkoopman in leiden en bezat als erfpachter een tabaksonderneming in Toeban in Oost- Java. Dirk zelf trouwde met Sara Adriana van Baak in 1844. Direct daarop vertrokken ze naar Nederlands-Indië waar Dirk ging werken op de tabaksplantage Ngladjoe in Oost-Java. Hier werden hun drie zoons geboren. Helaas overleed Sara al in 1850. Twee jaar later vertrok Dirk met de kinderen naar Nederland waar hij hertrouwde met Anna Elisabeth de Voogd. Zij kregen nog vier kinderen. Het echtpaar vestigde zich in Wageningen waar Dirk een kapitale villa liet bouwen, die hij Ngladjoe noemde naar zijn plantage in Indië. Op 12 mei 1855, zijn verjaardag, legde zijn negenjarig zoontje Cornelis Vreede de eerste steen voor het grote landhuis aan de toenmalige Arnhemsche Bovenweg op de Wageningse Berg. De villa kreeg de naam Nagladjoe, als herinnering aan zijn woonplaats in Oost-Indië. De villa was voorzien van de meest moderne snufjes, zoals een centrale hete-lucht-verwarming en een rein-water-kelder die bij de restauratie van de villa in 2002 aan het licht kwamen. Het gezin woonde er tot eind 1872. Toen werd de villa verkocht en kreeg het huis de naam Hinkeloord. Zelf verhuisde het gezin naar de Hoogstraat. Dirk werd een populaire figuur in Wageningen. Hij was actief in het maatschappelijk en kerkelijk leven. In 1874 werd hij lid van de gemeenteraad en in 1875 volgde zijn verkiezing tot wethouder. Op 67-jarige leeftijd stierf hij plotseling. Door een aantal Wageningers werd ter herinnering aan Dirk een stenen bank neergezet in het Noorderplantsoen waar hij graag wandelde. Na diverse malen van eigenaar gewisseld te hebben huist sinds 2004 het Depot in het landgoed, een stichting met als doel beeldhouwers te ondersteunen. In het gebouw is een beeldengalerij te bewonderen van donderdag tot en met zondag van 11.00 tot 17.00 uur, adres Generaal Foulkesweg 64.

 

Tuin buitenplaats villa Sanoer

 


Buitenplaats villa Sanoer

De buitenplaats Sanoer, gelegen aan de bosrand ten oosten van Wageningen, werd in het begin van de 20ste eeuw gebouwd door Suzana de Vries-Ragut. Zij is de moeder van Willem Jacobus de Vries (1882-1935), tweede luitenant-infanterie bij het KNIL. Direct na zijn opleiding aan de KMA in 1905 ging hij naar Indië en werd als officier bij het 11e bataljon ingezet bij de Bali-expeditie. In 1906. De aanleiding van deze expeditie was een gestrande schoener bij het dorp Sanoer op het eiland Bali. Het schip werd geplunderd door de lokale bevolking. Het Nederlandse gouvernement eiste van de Balinese vorstenhuizen dat de eigenaar van het geplunderde schip financieel werd gecompenseerd. Dat weigerden zij waarna besloten werd tot een militaire expeditie. Het bataljon waar Willem Jacobus was ingedeeld werd ingescheept in een transportvaartuig van de Koninklijke Paketvaart Maatschappij en voer met een flottielje van andere schepen naar Bali. De militairen gingen aan land op het strand van Sanoer. De strafexpeditie liep uit op een rituele collectieve zelfmoordaanval (puputan)van de Balinese vorsten en hun onderdanen. Bij de massale rituele zelfdodingen, waaronder ook vrouwen, kwamen tenminste 1100 Balinezen om. Met de slachtoffers van de hevige bombardementen erbij was het aantal doden mogelijk 3000. Aan Nederlandse zijde sneuvelden slecht vier militairen. Willem Jacobus werd vanwege zijn krijgshandelingen gedecoreerd met het ‘Eereteken voor belangrijke krijgsbedrijven met gesp Kleine Soenda eilanden 1906-1910’. De meest logische verklaring van de naam Sanoer voor de villa die zijn moeder in 1906 liet bouwen is dat de familie trots is op hun gedecoreerde Willem Jacobus en dankbaar voor zijn overleving. Maar het kan ook zijn dat de villa haar naam dankt aan de landing van de strafexpeditie op het strand van Sanoer. Het huis wordt 1937 verkocht en doet dan dienst als pension. Na nog een keer verkocht te zijn komt het perceel in 1984 in het bezit van de Robert Best. Hij renoveerde de gebouwen en de omliggende tuinen. In 2019 overlijdt hij en wordt het huis overgedragen aan de Stichting Buitenplaats Villa Sanoer.

 

 

 

Oude Steenfabriek

 


Oude Steenfabriek

De steenfabriek, De Bovenste Polder, van de familie Bowles, gelegen in de uiterwaarden van de Rijn, werd in 1885 beheerd door Johannes Stefanus Bowles (1844-1929). In 1894 verkocht hij de steenfabriek. Aan het fabriceren van bakstenen kwam in 1965 een einde. Sinds 1997 wonen er kunstenaars en muzikanten in de steenfabriek zelf en in de voormalige ovens. Ook een kanovereniging maakt gebruik van een ruimte voor de boten en er wonen nog twee families.

 

 

Bronnen

Eppink, L. en Burg, van den, J., Lubbert Adolph Torck, een veelvermogend Wageninger, 2de druk, 2012
https://mijngelderland.nl/inhoud/specials/sporen-van-slavernijverleden/gecompenseerden-uit-de-wageningse-elite-deel-1
Keest Gast. Een dominee met een zwarte slaaf op het Bassecour, in Oud Wageningen, Tijdschrift van de Historische vereniging Oud-Wageningen, mei 2020.
https://sites.google.com/site/stadsgracht/kasteel-van-wageningen
Bowles of Wageningen and their English roots
http://sites.rootsweb.com/~bowlesfamily/RobertBowlesOfWageningen.pdf
https://www.genealogieonline.nl/stamboom-kuijp-of-kuyp/I615.php
Officiersboekjes via nlme.nl
Piet Hagen, Koloniale oorlogen in Indonesië, vijf eeuwen verzet tegen vreemde overheersing (2018).
Maarten Timmer, The Bali expedition and the poepoetan of 1906. Suicide by soldier or murder in self-defense (2006).
Freerk Wiersum en Jan Siemonsma, Het echte verhaal van Villa Sanoer, in Oud Wageningen, Tijdschrift van de Historische Vereniging Oud Wageningen, december 2022.
https://nl.wikipedia.org/wiki/Gerard_Tichelman
www.botanischetuinen.nl/Wageningen