Schelde
De schepen varen hier heel dicht langs de dijk. Ze zijn onderweg naar zee van of naar de havens van Antwerpen en Gent. In de 17de en 18de eeuw voeren hier de schepen van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (1602-1800), de West-Indische Compagnie ( 1621-1791) en de in 1720 opgerichte Middelburgse Commercie Compagnie (MCC) naar alle streken op de wereld. De VOC handelde met vorsten in de Indonesische archipel en op Sri Lanka. Voor de WIC was naast handel in plantagegoederen zoals suiker, de slavenhandel een belangrijke bron van inkomsten. Zij voeren op West-Afrika, Noord Amerika, Brazilië en de eilanden in de Caribisch gebied. De MCC legde zich zelfs speciaal toe op de slavenhandel. Zij maakte in de 75 jaar van haar bestaan113 slaven reizen. Op de heenreis naar de West-Afrikaanse kust namen de slavenhandelaren kruit, wapens, textiel, maar ook kralen en spiegeltjes als ‘handelswaar’ mee. Met de Afrikanen als menselijke ‘waar’ in propvolle scheepsruimten zeilden zij naar de Nederlandse plantagekolonies in Zuid-Amerika. Volgeladen met suiker, koffie en andere plantagegoederen, keerden zij vandaar terug naar Walcheren en meerden af op de rede van Vlissingen.